Gastblog: ík huilde en gilde, niet mijn kind..

Ik ben nooit wat je noemt heel stabiel geweest. Anorexia, depressie, angst, trauma’s, noem maar op. Het leven is me niet aan komen waaien. Sinds mijn tienertijd ben ik in therapie. Toch heb ik een opleiding af kunnen maken, heb ik lieve vrienden en familie, een huis en een baan en als klap op de vuurpijl een schat van een man. 

Ik was zo’n vier maanden in verwachting toen ik dacht: dit kind moet er straks uit. En dat betekent dat ze me ‘daar’ moeten gaan aanraken. Hoe ik ook vocht, de angst werd alleen maar groter en resulteerde in een voor mij enorm zware bevalling. 

En het was daarmee niet klaar. Daar zat ik dan, met een heerlijk vrolijk, sociaal kindje, met wie ik me bijna geen raad wist. Ik werd ongekend onzeker van zijn prachtige blauwe ogen. Iedereen kon het vast beter dan ik. Ik was verschrikkelijk bang iets verkeerd te doen. ‘Je moet ervan genieten hè,’ riepen mensen voortdurend naar me. ‘Het is een geweldig kind,’ zei ik dan, en ik meende het, maar dat genieten? Geen idee hoe ik dat óók nog voor elkaar moest krijgen.

Ik was voortdurend bang mijn kind tekort te doen. Dus ik gaf hem mijn onverdeelde aandacht. Ik bestond bijna alleen nog maar voor mijn kind. Het dal waar ik in zat werd dieper en dieper, want mijn prachtig baby groeide op tot een zelfverzekerd, praatgraag mannetje dat al kon onderhandelen voordat hij kon rennen. Ik reageerde op alles wat hij deed en op alles wat hij zei. Ik voelde me verschrikkelijk als hij niet naar me luisterde. Een hele ongezonde situatie waarbij ik voortdurend een torenhoge spanning opbouwde. Bij het minste of geringste werd ik verschrikkelijk boos. Trillen, zweten, schreeuwen tegen mijn allerliefste schat. Huilen, gillen, met dingen gooien. 

Dat moest anders. Ik wist dat ik dit niet nog veel langer vol zou houden. Vooral omdat de gedachten die zo lang waren weggebleven weer terug waren: ze zouden beter af zijn zonder mij. 

Tot ik mezelf aan de haren naar het consultatiebureau sleepte. ‘Ik ga met een mevrouw praten,’ zei ik tegen mijn zoon. Ik deed mijn verhaal en kreeg thuisbegeleiding. Daar schrok mijn omgeving van. ‘Jij hebt dat toch niet nodig,’ werd er gezegd. Maar ik had het wél nodig. Wíj hadden het nodig. Het heeft ons enorm veel goeds gebracht. Ik heb geknokt voor mijn leven, voor mijn zoon en voor ons gezin en ik ben trots op deze stap. Binnenkort vieren we de derde verjaardag van mijn lieve jongen en wat een prachtige dag zal dat worden.

Anoniem voor MoederZorg